Mijn naam is Paulien van der Bel. Ik ben geboren (25 december 1975) en getogen in Nieuwe Niedorp en woon nu in Amsterdam.
In mijn foto’s wil ik datgene laten zien waar een ander mogelijk langs loopt, wat niet wordt opgemerkt of niet kan worden gezien. Denk hierbij aan de urbex foto’s, die zijn genomen in afgesloten, beveiligde, vervallen panden met dichtgetimmerde ramen en hekken erom heen. Denk aan de macro foto’s van bloemen en insecten, waarvan de details zich onttrekken aan het blote oog, maar die zich wel laten vastleggen met een macro lens. Kijk naar de foto’s met aangespoeld afval aan het strand en merk dat dit boeiende beelden oplevert. Of kijk naar de architectuur foto’s die maar een gedeelte van een groot lijnenspel van een gebouw laten zien.
Saul Leiter (geboren 1923), een Amerikaanse fotograaf en schilder, zegt: “Ik hou van verloren zaken, dingen die niemand ziet. Ik hou van het idee dat je iets soms echt moet lezen. Bepaalde foto’s moet je volgens mij ook lezen als het ware, ze kunnen niet in een oogopslag gezien worden; je moet er keer op keer naar kijken.”
Sinds mijn jeugd ben ik al gefascineerd door lege, verlaten en vervallen gebouwen, fabrieken en huizen. De verlatenheid en het verval raken mij in een bepaald gevoel. Pijnlijk om te zien hoe een gebouw dat verlaten is, langzaam in verval raakt en terug wordt genomen door de natuur. Het is een dubbel gevoel, want dit proces is tevens prachtig om te zien. In mijn foto’s laat ik het mooie van dit proces, het gevecht, zien. Ik heb een grote voorkeur voor kleurenfoto’s waarmee de verschillende structuren en nuances duidelijker naar voren komen. Met kleur wil ik de mooie kanten belichten en niet de nadruk leggen op het verdrietige van het verval, de verlatenheid en de verwaarlozing. Toch behoud ik de mystiek van de verlatenheid door de bewerking van mijn foto’s. De mystiek van de verlatenheid die ik hier en daar met een knipoog weer geef.
Frida Kahlo: “Ik dacht altijd dat ik de vreemdste persoon in de wereld was, maar toen dacht ik, er zijn zoveel mensen in de wereld, er moet iemand zijn zoals ik, die zich net als ik bizar en gebrekkig voelt. Ik stel me haar/hem voor, en dan stel ik me voor dat hij/zij daarginds ook aan mij denkt. Nou, ik hoop dat je daarginds bent en dit leest en weet, ja, het is waar, ik ben hier en ook zo vreemd als jij.“